Gitaarband JOHAN met Pop Music langs de Nederlandse theaters
Isabel de JongJacob de Greeuw: ‘Je moet je publiek niet weg willen blazen door steeds harder te gaan spelen, wat je in de concertzaal nog wel eens wilt doen. Wij spelen meer akoestisch, met een kleinere drumkit en ook minder grote versterkers op het podium.’
Na een zo goed als uitverkochte tournee in de popzalen in voorjaar en najaar 2024 is de Amsterdamse gitaarband JOHAN vanaf maart ook de Nederlandse theaters ingegaan met Pop Music. Volgens zanger en gitarist Jacob de Greeuw speelt Johan liedjes van al hun zes albums, aangevuld met diverse covers van nummers die de band hebben geïnspireerd. ‘Een muzikale reis’, noemt De Greeuw Pop Music waarin dus de magie van het popliedje centraal staat.
In 2009 deed JOHAN ook al eens een theatertour, maar toen was de bezetting anders. Uiteraard zijn bassist Diets Dijkstra, drummer Jeroen Kleijn en gitarist Robin Berlijn van de partij. Toetsenist Jan Teertstra speelt ook in Pop Music mee met JOHAN.
Het nieuwste, vaste bandlid is gitarist Robin Berlijn, die op de laatste twee albums van JOHAN (Pull Up, 2018 en The Great Vacation, 2024) ook al meespeelde. De Greeuw: ‘Met dit nieuwe JOHAN wilden we na Pull Up eigenlijk al de theaters in, maar door corona werd dat steeds uitgesteld. Toen de theaters in 2022 weer opengingen waren we al zo ver gevorderd met het nieuwe album The Great Vacation dat we die klus eerst wilden klaren. Maar je moet theaters lang van tevoren boeken. Dus zeiden we: okee, in 2025 kunnen we. Die data kwamen er sneller aan dan gedacht, dus we zijn de laatste maanden hard aan het repeteren geslagen.’
In Pop Music, in een regie van Gérard van Kalmthout, vraagt JOHAN zich af hoe je een popliedje schrijft. Over de theatertournee en meer een gesprek met Jacob de Greeuw en Robin Berlijn.
Wat maakt concerten in theaters anders dan in concertzalen?
De Greeuw: ‘Een theater is best intimiderend. Je komt het podium op en ziet het publiek zitten wachten met een gezicht van kom maar op. Althans zo voel ik dat. Ik heb veel meer het gevoel dat ik ze echt moet overtuigen, dat heb ik niet als ik in Paradiso sta. Dan komen we gewoon ons ding doen.’
Berlijn: ‘Ik ben er deze theatertour voor het eerst bij, maar heb al eerder in theaters gespeeld met Ellen ten Damme en Kane. Als je in een theater je plectrum op de grond laat vallen dan hoor je tik. Zo stil is het in de zaal. Iedere beweging die je maakt valt op en krijgt een betekenis. Een nonchalante houding kun je je in een concertzaal wel permitteren maar niet in het theater.’
Voor Pop Music is een sfeervol lichtplan gemaakt door Mark Tober. Op het achterdoek is een veranderend beeld van Jorinde Brandligt te zien. Gérard van Kalmthout regisseert. De mannen kijken elkaar aan als ze spelen, zoals ze dat ook in de repetitieruimte doen. De Greeuw licht zo nu en dan een tip van de sluier over het ontstaan van een JOHAN-nummer. En vertelt over songs uit zijn jeugd die een onuitwisbare indruk achterlieten. Uiteraard wordt er vooral gespeeld in Pop Music, zowel eigen nummers als covers die de band op verzoek van platenlabel Excelsior Recordings op de ep The Soundtrack of our Lives zette.
Zijn alle liedjes van JOHAN geschikt voor het theater?
De Greeuw: ‘Je moet je publiek niet weg willen blazen door steeds harder te gaan spelen, wat je in de concertzaal nog wel eens wilt doen. We maken de liedjes daarom wat ‘kleiner’. Het publiek zit geconcentreerd te luisteren. Wij spelen meer akoestisch, met een kleinere drumkit en ook minder grote versterkers op het podium. Een beetje zoals in de oefenruimte. Zo gaat het podium er ook uitzien. Verder houden we het simpel hoor. We trekken ook geen raar pak aan.
Tijdens Pop Music spelen we behalve een selectie van onze albums ook covers van liedjes die op een bepaalde manier vormend zijn geweest voor JOHAN.
Heel toevallig kwam onze platenmaatschappij Excelsior tijdens de voorbereidingen met het idee om een aantal van hun bands onder de titel The Soundtrack Of Our Lives een ep te laten maken met zes liedjes die bepalend voor hen waren. Onze ep verschijnt als eerste, tijdens de tournee, en daar spelen we veel van.
We doen bijvoorbeeld Seasons van Earth & Fire, geschreven door George Kooymans en Days van The Kinks, dat mensen meer met Johan zullen associëren.’
Berlijn: ‘En Love is Strange. Een liedje dat Buddy Holly zong en dat mij altijd ontzettend gefascineerd heeft. Ik moet vaak aan hem denken. Zijn liedjes waren echt revolutionair. Maar in 1959, nog geen 23 jaar oud, verongelukte hij. Wat als hij nog geleefd zou hebben?’
Hoe ben jij eigenlijk in JOHAN gekomen, Robin? Kenden Jacob en jij elkaar goed?
Berlijn: ‘We hadden elkaar wel eens ontmoet op een feestje of bij concerten. Ik vond het extreem eervol dat hij me belde of we niet iets samen konden gaan doen.’
De Greeuw: ‘We hadden in 2016 samen in Paradiso op een David Bowie tribute-avond gespeeld. Ik was in 2009 met JOHAN gestopt, maar kreeg langzaam weer de kriebels en wilde een nieuwe band beginnen. Met de vorige gitarist Maarten Kooijman had ik fantastisch gewerkt, maar ik wilde iets anders. Dus ik dacht van wie ben ik fan? Robin Berlijn dus, die ik al sinds hij in de Fatal Flowers speelde, volgde. Ik vroeg of hij het leuk zou vinden met mij te spelen en stuurde hem een paar opzetjes van liedjes. Ik was gewend alleen te componeren, maar omdat ik zo lang niks meer gedaan had wilde ik wat meer input. En bam, bam, bam, ik kreeg meteen van alles terug.’
Op het meest recente JOHAN-album The Great Vacation delen jullie de credits van de liedjes, dat is voor het eerst toch, Jacob?
De Greeuw: ‘Ja. Pull Up was nog meer mijn album. Maar het klikte zo goed tussen ons dat we voor The Great Vacation echt samen zijn gaan zitten. Ik vond het echt geweldig werken zo, echt met een fijne Lennon/McCartney-vibe.’
Berlijn: ‘Ik zou nooit aan iemand als Jacob vragen: zullen we samen een liedje schrijven? Want daar heeft hij mij niet voor nodig. Maar ik had een melodietje in mijn hoofd dat ik hem gestuurd heb en daarna ging ik vaak naar hem toe, zaten we samen om op de bank of achter de laptop en kwam er altijd iets uit.
Jacob heeft het imago gesloten te zijn, maar muzikaal is hij juist heel open en geïnteresseerd. Eigenlijk is Jacob als het om muziek maken gaat een socialist in hart en nieren en volkomen ego-loos. Helemaal niet eigenwijs ook, daarom ging het samen zo goed.’
De Greeuw: ‘Ik draag het stempel van een einzelgänger of een monnik. Ik kom nooit op tv en mensen kennen me hooguit als die depressieve gast uit Hoorn. Maar eigenlijk slaat dat nergens op.’
Het album Pergola, dat je na een depressie in 2001 met JOHAN uitbracht, stond onlangs in het blad OOR op nummer 5 in de lijst met beste Nederlandse platen van deze eeuw. Wat doet dat met je?
De Greeuw: ‘Ik vind dat heel eervol. Het album is na meer dan twintig jaar echt een classic geworden. Een ijkpunt in de Nederpop. En natuurlijk is Pergola ook heel belangrijk voor me. Ik schreef de liedjes toen ik me echt erg slecht voelde. Het Amerikaanse avontuur van JOHAN was mislukt, mijn vader overleed, ik moest echt uit een diep dal klimmen en als therapie ben ik liedjes gaan schrijven waar Pergola uit ontstaan is. Daar heb ik vijf jaar aan gewerkt en het is mooi dat het album na jaren nog zo resoneert.’
Berlijn: ‘Ik zat toen uiteraard nog niet in JOHAN maar heb de band altijd wel gevolgd. De titelsong van Pergola is een van mijn favoriete JOHAN-liedjes, maar ik hou ook erg van Oceans en When I’m On My Own van THX JHN, het album dat daarna kwam. Die gaan we nu hopelijk spelen.’
De Greeuw: ‘Niet alle liedjes van Pergola kan ik nog zingen. Ik wil gewoon niet meer terug naar de duisternis waarin ik zat toen ik dat album maakte.’
Pop Music van JOHAN is tot en met 16 mei te zien in diverse theaters. Kaarten zijn te koop op de website en aan de kassa van de theaters. De speellijst vind je hier.
Na een zo goed als uitverkochte tournee in de popzalen in voorjaar en najaar 2024 is de Amsterdamse gitaarband JOHAN vanaf maart ook de Nederlandse theaters ingegaan met Pop Music. Volgens zanger en gitarist Jacob de Greeuw speelt Johan liedjes van al hun zes albums, aangevuld met diverse covers van nummers die de band hebben geïnspireerd. ‘Een muzikale reis’, noemt De Greeuw Pop Music waarin dus de magie van het popliedje centraal staat.
In 2009 deed JOHAN ook al eens een theatertour, maar toen was de bezetting anders. Uiteraard zijn bassist Diets Dijkstra, drummer Jeroen Kleijn en gitarist Robin Berlijn van de partij. Toetsenist Jan Teertstra speelt ook in Pop Music mee met JOHAN.
Het nieuwste, vaste bandlid is gitarist Robin Berlijn, die op de laatste twee albums van JOHAN (Pull Up, 2018 en The Great Vacation, 2024) ook al meespeelde. De Greeuw: ‘Met dit nieuwe JOHAN wilden we na Pull Up eigenlijk al de theaters in, maar door corona werd dat steeds uitgesteld. Toen de theaters in 2022 weer opengingen waren we al zo ver gevorderd met het nieuwe album The Great Vacation dat we die klus eerst wilden klaren. Maar je moet theaters lang van tevoren boeken. Dus zeiden we: okee, in 2025 kunnen we. Die data kwamen er sneller aan dan gedacht, dus we zijn de laatste maanden hard aan het repeteren geslagen.’
In Pop Music, in een regie van Gérard van Kalmthout, vraagt JOHAN zich af hoe je een popliedje schrijft. Over de theatertournee en meer een gesprek met Jacob de Greeuw en Robin Berlijn.
Wat maakt concerten in theaters anders dan in concertzalen?
De Greeuw: ‘Een theater is best intimiderend. Je komt het podium op en ziet het publiek zitten wachten met een gezicht van kom maar op. Althans zo voel ik dat. Ik heb veel meer het gevoel dat ik ze echt moet overtuigen, dat heb ik niet als ik in Paradiso sta. Dan komen we gewoon ons ding doen.’
Berlijn: ‘Ik ben er deze theatertour voor het eerst bij, maar heb al eerder in theaters gespeeld met Ellen ten Damme en Kane. Als je in een theater je plectrum op de grond laat vallen dan hoor je tik. Zo stil is het in de zaal. Iedere beweging die je maakt valt op en krijgt een betekenis. Een nonchalante houding kun je je in een concertzaal wel permitteren maar niet in het theater.’
Voor Pop Music is een sfeervol lichtplan gemaakt door Mark Tober. Op het achterdoek is een veranderend beeld van Jorinde Brandligt te zien. Gérard van Kalmthout regisseert. De mannen kijken elkaar aan als ze spelen, zoals ze dat ook in de repetitieruimte doen. De Greeuw licht zo nu en dan een tip van de sluier over het ontstaan van een JOHAN-nummer. En vertelt over songs uit zijn jeugd die een onuitwisbare indruk achterlieten. Uiteraard wordt er vooral gespeeld in Pop Music, zowel eigen nummers als covers die de band op verzoek van platenlabel Excelsior Recordings op de ep The Soundtrack of our Lives zette.
Zijn alle liedjes van JOHAN geschikt voor het theater?
De Greeuw: ‘Je moet je publiek niet weg willen blazen door steeds harder te gaan spelen, wat je in de concertzaal nog wel eens wilt doen. We maken de liedjes daarom wat ‘kleiner’. Het publiek zit geconcentreerd te luisteren. Wij spelen meer akoestisch, met een kleinere drumkit en ook minder grote versterkers op het podium. Een beetje zoals in de oefenruimte. Zo gaat het podium er ook uitzien. Verder houden we het simpel hoor. We trekken ook geen raar pak aan.
Tijdens Pop Music spelen we behalve een selectie van onze albums ook covers van liedjes die op een bepaalde manier vormend zijn geweest voor JOHAN.
Heel toevallig kwam onze platenmaatschappij Excelsior tijdens de voorbereidingen met het idee om een aantal van hun bands onder de titel The Soundtrack Of Our Lives een ep te laten maken met zes liedjes die bepalend voor hen waren. Onze ep verschijnt als eerste, tijdens de tournee, en daar spelen we veel van.
We doen bijvoorbeeld Seasons van Earth & Fire, geschreven door George Kooymans en Days van The Kinks, dat mensen meer met Johan zullen associëren.’
Berlijn: ‘En Love is Strange. Een liedje dat Buddy Holly zong en dat mij altijd ontzettend gefascineerd heeft. Ik moet vaak aan hem denken. Zijn liedjes waren echt revolutionair. Maar in 1959, nog geen 23 jaar oud, verongelukte hij. Wat als hij nog geleefd zou hebben?’
Hoe ben jij eigenlijk in JOHAN gekomen, Robin? Kenden Jacob en jij elkaar goed?
Berlijn: ‘We hadden elkaar wel eens ontmoet op een feestje of bij concerten. Ik vond het extreem eervol dat hij me belde of we niet iets samen konden gaan doen.’
De Greeuw: ‘We hadden in 2016 samen in Paradiso op een David Bowie tribute-avond gespeeld. Ik was in 2009 met JOHAN gestopt, maar kreeg langzaam weer de kriebels en wilde een nieuwe band beginnen. Met de vorige gitarist Maarten Kooijman had ik fantastisch gewerkt, maar ik wilde iets anders. Dus ik dacht van wie ben ik fan? Robin Berlijn dus, die ik al sinds hij in de Fatal Flowers speelde, volgde. Ik vroeg of hij het leuk zou vinden met mij te spelen en stuurde hem een paar opzetjes van liedjes. Ik was gewend alleen te componeren, maar omdat ik zo lang niks meer gedaan had wilde ik wat meer input. En bam, bam, bam, ik kreeg meteen van alles terug.’
Op het meest recente JOHAN-album The Great Vacation delen jullie de credits van de liedjes, dat is voor het eerst toch, Jacob?
De Greeuw: ‘Ja. Pull Up was nog meer mijn album. Maar het klikte zo goed tussen ons dat we voor The Great Vacation echt samen zijn gaan zitten. Ik vond het echt geweldig werken zo, echt met een fijne Lennon/McCartney-vibe.’
Berlijn: ‘Ik zou nooit aan iemand als Jacob vragen: zullen we samen een liedje schrijven? Want daar heeft hij mij niet voor nodig. Maar ik had een melodietje in mijn hoofd dat ik hem gestuurd heb en daarna ging ik vaak naar hem toe, zaten we samen om op de bank of achter de laptop en kwam er altijd iets uit.
Jacob heeft het imago gesloten te zijn, maar muzikaal is hij juist heel open en geïnteresseerd. Eigenlijk is Jacob als het om muziek maken gaat een socialist in hart en nieren en volkomen ego-loos. Helemaal niet eigenwijs ook, daarom ging het samen zo goed.’
De Greeuw: ‘Ik draag het stempel van een einzelgänger of een monnik. Ik kom nooit op tv en mensen kennen me hooguit als die depressieve gast uit Hoorn. Maar eigenlijk slaat dat nergens op.’
Het album Pergola, dat je na een depressie in 2001 met JOHAN uitbracht, stond onlangs in het blad OOR op nummer 5 in de lijst met beste Nederlandse platen van deze eeuw. Wat doet dat met je?
De Greeuw: ‘Ik vind dat heel eervol. Het album is na meer dan twintig jaar echt een classic geworden. Een ijkpunt in de Nederpop. En natuurlijk is Pergola ook heel belangrijk voor me. Ik schreef de liedjes toen ik me echt erg slecht voelde. Het Amerikaanse avontuur van JOHAN was mislukt, mijn vader overleed, ik moest echt uit een diep dal klimmen en als therapie ben ik liedjes gaan schrijven waar Pergola uit ontstaan is. Daar heb ik vijf jaar aan gewerkt en het is mooi dat het album na jaren nog zo resoneert.’
Berlijn: ‘Ik zat toen uiteraard nog niet in JOHAN maar heb de band altijd wel gevolgd. De titelsong van Pergola is een van mijn favoriete JOHAN-liedjes, maar ik hou ook erg van Oceans en When I’m On My Own van THX JHN, het album dat daarna kwam. Die gaan we nu hopelijk spelen.’
De Greeuw: ‘Niet alle liedjes van Pergola kan ik nog zingen. Ik wil gewoon niet meer terug naar de duisternis waarin ik zat toen ik dat album maakte.’
Pop Music van JOHAN is tot en met 16 mei te zien in diverse theaters. Kaarten zijn te koop op de website en aan de kassa van de theaters. De speellijst vind je hier.