Gitarist Erwin van Ligten toert met theaterconcert Stille Kracht; over de invloed van de Indische cultuur in zijn muziek
Henk FoekemaVan Ligten: ‘Ik voel de behoefte om onze Indische afkomst met het publiek te delen.’
'Erwin van Ligten wordt door kenners gezien als de beste Indo-gitarist van Nederland’, aldus het Nederlands-Indische magazine INDAH. Van Ligten werkte mee aan theaterproducties over Indorock met de legendarische Harry Koster, hij was een van de initiatiefnemers van De Indië Monologen en toerde recentelijk door het land met een Jimi Hendrix-tribute.
In zijn nieuwe theaterconcert neemt de virtuoze gitarist het publiek mee in het mysterie stille kracht dat in zijn leven een grote rol speelt. Voor hem is dit begrip synoniem aan een zeer verfijnde vorm van intuïtie gevormd door cultuur, opvoeding en tradities.
Van Ligten wordt geboren in Surabaya op Java, Indonesië. Hij emigreert in 1958 met zijn familie naar Nederland. Op zijn zesde pingelt hij voor het eerst op de ukelele van zijn vader. Thuis wordt er geluisterd naar krontjong, Hawaïaanse muziek en country. Van Ligten leert zichzelf gitaar spelen, geïnspireerd door Jackson Browne, Jimi Hendrix en Bob Marley.
In zijn theaterconcert Stille Kracht vertelt Van Ligten op geanimeerde wijze over zijn familie en verenigt hij de weemoedige klanken van krontjong met blues, rock en reggae. De Molukse percussionist Victor Lekranty, de Indische zangeres Astrid Seriese, die beiden bijdragen met persoonlijke verhalen, en de Balinese danseres Nova begeleiden hem in de voorstelling.
Stille Kracht geeft zo een boeiende inkijk in hoe hun identiteit zich door de jaren heen heeft ontwikkeld en is gevormd, en hoe hun Indische wortels zich een weg baanden in de Hollandse klei.
Hoewel Erwin van Ligten als rasmusicus het liefst volgens zijn adagium let the music do the talking werkt, licht hij graag een tipje van de sluier over de betekenis van stille kracht en de rijke inspiratie die hij eraan ontleent.
Door Henk Foekema
Waarom moést deze voorstelling er komen?
Astrid, Victor, Nova en ik groeiden op in twee culturen. We zijn geboren in Indonesië, maar opgegroeid in Nederland. In Indonesië is stille kracht een gegeven, iedereen leeft ermee. Voor ons vier is het een dagelijkse bron van inspiratie. Tegelijkertijd leven we in Nederland dat bekendstaat om zijn nuchterheid. In Stille Kracht hoor je hoe die twee culturen samenvloeien. Ik voel de behoefte om onze Indische afkomst met het publiek te delen. Astrid gaat onder meer zingen en vertellen over de Njai, de inheemse vrouw die in de koloniale tijd ongehuwd samenleefde met Europese mannen, met wie ze vaak ook kinderen kreeg. Victor speelt een Molukse traditional op percussie en vertelt het verhaal over zijn voorouders. Nova verbeeldt stille kracht in haar elegante, Balinese dans. Mensen dichten mij al jaren stille kracht toe in de manier waarop ik gitaar speel. Dat hoor je wanneer ik in de voorstelling een stuk van Hendrix en een Hawaïaanse compositie, gecomponeerd door de laatste prinses van Hawaï in 1877, laat horen. Voor wie dit thuis nog eens wil beluisteren: dit stuk staat ook op mijn nieuwe album Baboe.
Wat betekent je Indische afkomst voor jou?
Als jonge Indo besefte ik nog niet echt waar ik vandaan kwam, maar ik voelde wel dat ik anders was dan mijn Nederlandse vriendjes. Hoé anders ging ik pas op latere leeftijd een beetje begrijpen. Het Indische verhaal boeit me mateloos. Later werd dat ook nog versterkt door mijn relatie met de Molukse Julya Lo’ko met wie ik projecten maakte over onze komaf. Uit die periode stamt onze cd Kroncong Baru. Ik nam ook deel aan Indorock-programma’s met Harry Koster, één van de grondleggers van de Indorock. Samen met Astrid Seriese heb ik De Indië Monologen geïnitieerd waar we 27 deelnemers voor wisten te strikken onder wie Willem Nijholt, Adriaan van Dis, Reggie Baay en Eric Schneider. Aan al deze projecten heb ik bijgedragen vanuit mijn behoefte om meer te delen over mijn Indische achtergrond. Deze voor mij dierbare voorstellingen vormden de opmaat tot de voorstelling Stille Kracht. En daarmee draag ik ook mijn steentje bij aan de aandacht die er recentelijk is voor ons Indisch en Moluks verleden.
Welke rol heeft je vader gespeeld bij het maken van Stille Kracht?
Mijn vader was een echte KNIL'er van: ‘Kop dicht en gewoon je best doen, pas je aan!’. In De Tweede Wereldoorlog heeft hij als krijgsgevangene dwangarbeid moeten verrichten aan de Birmaspoorweg (red. De beruchte spoorwegverbinding die onder extreme omstandigheden door geallieerde krijgsgevangenen en Aziatische dwangarbeiders werd aangelegd in Birma, waarbij honderdduizend doden vielen door uitputting en ondervoeding). Door zijn afkomst wist mijn vader te overleven in de tropische natuur door onder meer voedzame insecten te vangen en te eten. Eenmaal in Nederland vond hij het heel belangrijk dat we ons aanpasten, geen praatjes hadden en deden wat er van ons verwacht werd.
In Indonesië had hij ukelele gespeeld in een krontjongorkest. Datzelfde instrumentje heeft mij geïnspireerd om vanaf mijn zesde zelf gitaar te gaan spelen. Ik wilde als kleine jongen al de muziek in, maar mijn vader vond dat helemaal niks. Ook de middelbare school daarna werkte niet mee. Mijn leraar zei: ‘Nee Erwin, jij kunt niet naar het conservatorium, daar moet je echt heel goed voor zijn’. Bij ons thuis was het meestal mijn vader die het woord voerde. Nou ja, en dan ben ik wel zo Indisch dat ik naar mijn vader luisterde. Ik ging zelfs bij een bank werken om mijn ouders te plezieren. Tot ik op een gegeven moment tegen mijn vader zei: ‘Pap, jij hebt zoveel tijd in krijgsgevangenschap moeten doorbrengen, zo voelt deze baan voor mij’.
Lang verhaal kort: het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik heb auditie gedaan als bassist bij de Dizzy Man’s Band. Pas later kreeg ik de rol van gitarist. Ik ben autodidact. Mijn talent en Indisch DNA heeft mijn authentieke klankkleur gevormd. Dat is mijn eigenheid. Die ukelele van mijn vader koester ik. Voor speciale concerten of als ik solo optreed neem ik hem mee, ook al is hij snaarloos en niet meer bespeelbaar. Het instrument is een dierbare erfenis, het staat symbool voor de stille kracht in mij.
Erwin van Ligten: gitaar, tekst
Astrid Seriese: zang, tekst Tan Lioe Ie, alias De leeuw van Bali
Victor Lekranty: percussie, tekst
Nova: Balinese dans
Stille Kracht is tot eind januari te zien in diverse theaters. Check hier de speellijst.
'Erwin van Ligten wordt door kenners gezien als de beste Indo-gitarist van Nederland’, aldus het Nederlands-Indische magazine INDAH. Van Ligten werkte mee aan theaterproducties over Indorock met de legendarische Harry Koster, hij was een van de initiatiefnemers van De Indië Monologen en toerde recentelijk door het land met een Jimi Hendrix-tribute.
In zijn nieuwe theaterconcert neemt de virtuoze gitarist het publiek mee in het mysterie stille kracht dat in zijn leven een grote rol speelt. Voor hem is dit begrip synoniem aan een zeer verfijnde vorm van intuïtie gevormd door cultuur, opvoeding en tradities.
Van Ligten wordt geboren in Surabaya op Java, Indonesië. Hij emigreert in 1958 met zijn familie naar Nederland. Op zijn zesde pingelt hij voor het eerst op de ukelele van zijn vader. Thuis wordt er geluisterd naar krontjong, Hawaïaanse muziek en country. Van Ligten leert zichzelf gitaar spelen, geïnspireerd door Jackson Browne, Jimi Hendrix en Bob Marley.
In zijn theaterconcert Stille Kracht vertelt Van Ligten op geanimeerde wijze over zijn familie en verenigt hij de weemoedige klanken van krontjong met blues, rock en reggae. De Molukse percussionist Victor Lekranty, de Indische zangeres Astrid Seriese, die beiden bijdragen met persoonlijke verhalen, en de Balinese danseres Nova begeleiden hem in de voorstelling.
Stille Kracht geeft zo een boeiende inkijk in hoe hun identiteit zich door de jaren heen heeft ontwikkeld en is gevormd, en hoe hun Indische wortels zich een weg baanden in de Hollandse klei.
Hoewel Erwin van Ligten als rasmusicus het liefst volgens zijn adagium let the music do the talking werkt, licht hij graag een tipje van de sluier over de betekenis van stille kracht en de rijke inspiratie die hij eraan ontleent.
Door Henk Foekema
Waarom moést deze voorstelling er komen?
Astrid, Victor, Nova en ik groeiden op in twee culturen. We zijn geboren in Indonesië, maar opgegroeid in Nederland. In Indonesië is stille kracht een gegeven, iedereen leeft ermee. Voor ons vier is het een dagelijkse bron van inspiratie. Tegelijkertijd leven we in Nederland dat bekendstaat om zijn nuchterheid. In Stille Kracht hoor je hoe die twee culturen samenvloeien. Ik voel de behoefte om onze Indische afkomst met het publiek te delen. Astrid gaat onder meer zingen en vertellen over de Njai, de inheemse vrouw die in de koloniale tijd ongehuwd samenleefde met Europese mannen, met wie ze vaak ook kinderen kreeg. Victor speelt een Molukse traditional op percussie en vertelt het verhaal over zijn voorouders. Nova verbeeldt stille kracht in haar elegante, Balinese dans. Mensen dichten mij al jaren stille kracht toe in de manier waarop ik gitaar speel. Dat hoor je wanneer ik in de voorstelling een stuk van Hendrix en een Hawaïaanse compositie, gecomponeerd door de laatste prinses van Hawaï in 1877, laat horen. Voor wie dit thuis nog eens wil beluisteren: dit stuk staat ook op mijn nieuwe album Baboe.
Wat betekent je Indische afkomst voor jou?
Als jonge Indo besefte ik nog niet echt waar ik vandaan kwam, maar ik voelde wel dat ik anders was dan mijn Nederlandse vriendjes. Hoé anders ging ik pas op latere leeftijd een beetje begrijpen. Het Indische verhaal boeit me mateloos. Later werd dat ook nog versterkt door mijn relatie met de Molukse Julya Lo’ko met wie ik projecten maakte over onze komaf. Uit die periode stamt onze cd Kroncong Baru. Ik nam ook deel aan Indorock-programma’s met Harry Koster, één van de grondleggers van de Indorock. Samen met Astrid Seriese heb ik De Indië Monologen geïnitieerd waar we 27 deelnemers voor wisten te strikken onder wie Willem Nijholt, Adriaan van Dis, Reggie Baay en Eric Schneider. Aan al deze projecten heb ik bijgedragen vanuit mijn behoefte om meer te delen over mijn Indische achtergrond. Deze voor mij dierbare voorstellingen vormden de opmaat tot de voorstelling Stille Kracht. En daarmee draag ik ook mijn steentje bij aan de aandacht die er recentelijk is voor ons Indisch en Moluks verleden.
Welke rol heeft je vader gespeeld bij het maken van Stille Kracht?
Mijn vader was een echte KNIL'er van: ‘Kop dicht en gewoon je best doen, pas je aan!’. In De Tweede Wereldoorlog heeft hij als krijgsgevangene dwangarbeid moeten verrichten aan de Birmaspoorweg (red. De beruchte spoorwegverbinding die onder extreme omstandigheden door geallieerde krijgsgevangenen en Aziatische dwangarbeiders werd aangelegd in Birma, waarbij honderdduizend doden vielen door uitputting en ondervoeding). Door zijn afkomst wist mijn vader te overleven in de tropische natuur door onder meer voedzame insecten te vangen en te eten. Eenmaal in Nederland vond hij het heel belangrijk dat we ons aanpasten, geen praatjes hadden en deden wat er van ons verwacht werd.
In Indonesië had hij ukelele gespeeld in een krontjongorkest. Datzelfde instrumentje heeft mij geïnspireerd om vanaf mijn zesde zelf gitaar te gaan spelen. Ik wilde als kleine jongen al de muziek in, maar mijn vader vond dat helemaal niks. Ook de middelbare school daarna werkte niet mee. Mijn leraar zei: ‘Nee Erwin, jij kunt niet naar het conservatorium, daar moet je echt heel goed voor zijn’. Bij ons thuis was het meestal mijn vader die het woord voerde. Nou ja, en dan ben ik wel zo Indisch dat ik naar mijn vader luisterde. Ik ging zelfs bij een bank werken om mijn ouders te plezieren. Tot ik op een gegeven moment tegen mijn vader zei: ‘Pap, jij hebt zoveel tijd in krijgsgevangenschap moeten doorbrengen, zo voelt deze baan voor mij’.
Lang verhaal kort: het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik heb auditie gedaan als bassist bij de Dizzy Man’s Band. Pas later kreeg ik de rol van gitarist. Ik ben autodidact. Mijn talent en Indisch DNA heeft mijn authentieke klankkleur gevormd. Dat is mijn eigenheid. Die ukelele van mijn vader koester ik. Voor speciale concerten of als ik solo optreed neem ik hem mee, ook al is hij snaarloos en niet meer bespeelbaar. Het instrument is een dierbare erfenis, het staat symbool voor de stille kracht in mij.
Erwin van Ligten: gitaar, tekst
Astrid Seriese: zang, tekst Tan Lioe Ie, alias De leeuw van Bali
Victor Lekranty: percussie, tekst
Nova: Balinese dans
Stille Kracht is tot eind januari te zien in diverse theaters. Check hier de speellijst.