Vanuit haar kamertje met uitzicht op het Museumplein in Amsterdam schreef Etty Hillesum (1914-1943) haar indrukwekkende dagboeken in een ontwrichte wereld met steeds meer vrijheidsbeperkingen en onderdrukking. Paradoxaal genoeg doet Etty in die donkere tijd verslag van een bevrijdend proces in zichzelf. Haar teksten zijn genadeloos eerlijk, poëtisch en vol zelfspot en spreken wereldwijd nog altijd tot de verbeelding. Meer dan ooit is Etty’s zoektocht naar zichzelf een voorbeeld voor nieuwe generaties.
‘De ellende heeft hier zozeer alle grenzen der werkelijkheid bereikt, dat ze daardoor weer onwerkelijk wordt. Soms loop ik in mijn eentje stilletjes te lachen door het kamp vanwege alle groteske situaties. Wij zijn maar holle vaten, waar de wereldgeschiedenis doorheen spoelt.’
In Etty Hillesum - Dat onverwoestbare in mij wekt Julika de schrijfster tot leven. Zij deed dat eerder in haar veelgeprezen voorstelling In duizend zoete armen. Bij herlezing naar aanleiding van 75 jaar vrijheid werd Julika opnieuw geraakt door de manier waarop Etty omgaat met het lijden en ondanks alles de schoonheid van het leven kan blijven zien. Met een hernieuwde blik richt Julika spelend en zingend een ontroerend monument op voor een krachtige vrouw die zelfs in de diepste duisternis licht zag branden.
‘De ellende heeft hier zozeer alle grenzen der werkelijkheid bereikt, dat ze daardoor weer onwerkelijk wordt. Soms loop ik in mijn eentje stilletjes te lachen door het kamp vanwege alle groteske situaties. Wij zijn maar holle vaten, waar de wereldgeschiedenis doorheen spoelt.’
In Etty Hillesum - Dat onverwoestbare in mij wekt Julika de schrijfster tot leven. Zij deed dat eerder in haar veelgeprezen voorstelling In duizend zoete armen. Bij herlezing naar aanleiding van 75 jaar vrijheid werd Julika opnieuw geraakt door de manier waarop Etty omgaat met het lijden en ondanks alles de schoonheid van het leven kan blijven zien. Met een hernieuwde blik richt Julika spelend en zingend een ontroerend monument op voor een krachtige vrouw die zelfs in de diepste duisternis licht zag branden.