Noordhollands Dagblad
Uit het interview:
Alle drie legden ze muziek op tafel die ze graag wilden spelen. Dat werd een bonte verzameling. Eigen composities, maar ook liedjes van Randy Newman en Sting. En werk van muziekpioniers als Gurdjieff en De Hartmann die begin vorige eeuw Aziatische volksmuziek verzamelden en noteerden. Of Percy Grainger, die oude Engelse folksongs bewerkte.
Het was zo veel en divers dat ze zich afvroegen hoe daar een programma van te maken. Het antwoord bleek één lange suite: alle nummers aan elkaar geregen, zonder toelichting en zonder tussentijds applaus van het publiek. Een beetje de klassieke manier dus.
Dat zal nog best een uitdaging zijn, zegt Kraayenhof. ,,Voor mij is het raar. Tango is emotionele muziek, in nummers van drie minuten wek je het applaus als het ware op. In dit concert zit geen tango. Ik vraag mijn publiek eigenlijk om in de wereld van Jeroen van Veen en van de minimal music te stappen.’’
En Jansen? ,,Ik ben natuurlijk een opgewonden standje, dus voor mij is het ook vreemd. De kunst is dat je jezelf niet zó erg inhoudt dat het vlak wordt, het leven moet er niet uitsijpelen. Maar het zal te gek zijn. In plaats van dat je ieder nummer opnieuw de energie opbouwt, blijf je in de energie en kun je in een mooie flow terecht komen.’’
Daarom hebben ze besloten ook ligconcerten te geven. Waar de ruimte het toelaat kan publiek de muziek liggend op een matras ondergaan. Het is hoe de Canto Ostinato vaak wordt uitgevoerd. ,,Het appelleert aan een behoefte bij veel mensen naar rust, ontsnapping aan sociale media en andere prikkels. Ik denk dat veel mensen ook de vrijheid zoeken om een concert op hun eigen manier te beleven’’, zegt Kraayenhof.