KIK Productions

voorstellingen

Uitgekleed

Interview

Uitgekleed © Merlijn Doomernik
  • Erik Rutjes
Leoni Jansen: zang, gitaren, cittern en bodhran
Erik Rutjes: gitaren, mandoline, dobro en zang
theaterconcert 2019-2020

Muziek als troost

Album en voorstelling van Leoni Jansen en Erik Rutjes

Twee rugzakken vol levenservaring en een stapel instrumenten

door Bianca Bartels

In haar sprankelende muziektheatervoorstellingen kan Leoni Jansen altijd veel van zichzelf kwijt. Met persoonlijke verhalen en eigenzinnige arrangementen van covers en traditionals neemt zij het publiek mee op muzikale reizen. Maar voor haar nieuwe programma Uitgekleed en bijbehorende album Uncovered vond zij dat niet genoeg. Het was hoog tijd voor eigen nummers, vond Jansen. In meestergitarist Erik Rutjes, met wie zij al vijftien jaar op het podium staat, vond zij haar partner in crime voor dit project.
Ruim vijf jaar geleden improviseerden Jansen en Rutjes dagenlang in Jansens studio aan huis, en dat leverde verrassende melodieën, ritmes en teksten op. Jansens man en Rutjes goede vriend Onno Krijn – pianist, producer, arrangeur - nam alles op en begon knippend en plakkend al songs samen te stellen uit de opnames van de improvisatiesessies. Maar Krijn werd ziek en overleed begin 2015. De songs-in-wording verdwenen naar de achtergrond maar werden wél bewaard.
In 2019 maakten Jansen en Rutjes hun werk en dat van Krijn af. En nu liggen er elf persoonlijke, warme, aanstekelijke songs over het geluk en de pijn van het leven, over verbinding, liefde en over muziek als troost. Hun input: twee rugzakken vol levenservaring en een stapel instrumenten: gitaren, mandoline, cittern, bodhran, dobro en natuurlijk heel veel zang. In het theater zingen en spelen ze de songs met uiteenlopende instrumenten en live gemaakte loops (korte opnames die zichzelf steeds herhalen en zo een muzikale basis vormen), aangevuld door enkele hertalingen van bestaande songs en nummers die bevriende schrijvers en componisten speciaal voor hen maakten. Uitgekleed, begonnen met alleen een stem en een gitaar, vertelt de naakte waarheid over het leven. ‘Maar het wordt niet heel zwaar hoor’, verzekert Jansen.

Hoe begin je met schrijven als je nog nooit eerder eigen nummers schreef?
Jansen: ‘Erik en ik zaten tegenover elkaar in de studio. Onno zette dan op Eriks koptelefoon een bepaalde groove aan, als basisritme, en dan begon hij te spelen, heel minimalistische melodielijnen, dus niet heel bepalend. Ik zat daar tegenover, maakte mijn hoofd leeg, luisterde goed en reageerde dan associatief op Erik. Heel spannend, want zou er wel wat komen? Gelukkig merkte ik al snel dat er vanzelf melodieën en zinnen naar boven dwarrelden. Ik heb vroeger vaker geïmproviseerd, toen ik bij het Trio Polo de Haas zong bijvoorbeeld. En ook tijdens het werken met Afrikaanse muzikanten. Dan trad er in Mali een band op en dan gooiden ze mij als gast voor de leeuwen: ‘Zet maar in, de band volgt wel’, zeiden ze. En ook toen kwam er altijd wat. Maar als ik thuis met een gitaar of een bloknoot ga zitten schrijven, lukt het niet. Dan ga ik meteen een oordeel vellen over wat ik verzin. Ik word dan zenuwachtig als ik alleen al bedenk dat het allemaal moet gaan kloppen en rijmen. Dat werkt bij mij niet, dan censureer ik meteen mezelf.’
Rutjes: ‘Ik werk heel vaak in dienst van andere artiesten, maar nu wilde ik zelf een keer de bron zijn. Het leek mij heel inspirerend om dan ‘conceptueel’ te improviseren, dus door uit te gaan van zo’n groove, of van een alternatieve gitaarstemming of een bepaald loopje. Ik wilde echt op onderzoek gaan. Leoni reageerde op mij en ik reageerde weer op Leoni: als zij een rare buiging in de melodie maakte, associeerde ik daar weer op door.’

Haal je zo het beste uit elkaar naar boven?
Rutjes: ‘Ja, dat doe je door tijdens de improvisaties nooit een idee van een ander te verwerpen, niets te beoordelen maar altijd ‘ja’ te zeggen en mee te gaan. Wanneer je het nummer afmaakt en arrangeert kun je altijd nog ‘nee’ zeggen tegen een experiment dat niet werkt. Door minimalistische sferen en stijlen als uitgangspunt te nemen, en ook afwijkende vormen, dus niet een ‘liedje-liedje’ met coupletten en refreinen te willen maken, hielden we het ook spannend en fris. In plaats van liedjes met een spanningsboog, maakten we daarom ook nummers die meer als een streep aanvoelden met telkens variaties op die streep.’
Jansen: ‘Ik had ook stapels boeken om me heen liggen vol Engelse gedichten, ter inspiratie. Soms pakte ik dan een gedicht waar ik ter plekke een melodie bij bedacht. Dan werkte die tekst als inspiratie voor de melodie, waar we dan in een later stadium weer nieuwe teksten bij schreven. Ik las ook Nederlandstalige gedichten van Tjitske Jansen die ik ter plekke in een soort steenkolenengels vertaalde en zong. Dat leverde bijvoorbeeld een lied op over hoe we vaak zo hard bezig zijn om te worden wie we zijn, terwijl we daar ook mee kunnen stoppen. Jeroen Kramer vertaalde dat uiteindelijk voor ons in: I’ve quit trying to be myself (…) I’ll slowly grow into who I shall be / in my shadow things happen / that are worthwhile.’

Zijn de teksten heel persoonlijk?
Jansen: ‘Ik heb al meer dan zestig jaar ervaring met het leven en dit is de eerste keer dat ik schrijf, dus ja, een groot deel van mijn leven en wat ik daarin geleerd heb, komt voorbij. Het gaat over verwondering en angst, over de voorbij tikkende tijd, maar vooral over liefde. Bijvoorbeeld over een partner die niet goed voor me was in ‘Waist of time’. En ‘You kissed me’ gaat over de relatie tussen Onno en mij; over hoeveel hij van mij gehouden heeft en hoe vol mijn hart daar nog van zit, ook al is hij er niet meer: You left me enough for a lifetime to last / even though you're no longer there / I'll never be short of love to share. Jeroen Kramer schreef vanuit mijn improvisatieteksten de uiteindelijke lyrics voor de cd. In het verleden vertaalde hij al vaker teksten voor mij, en sinds vorig jaar zijn wij ook liefdespartners. Dus mijn nieuwe lief maakte de tekst over mijn overleden lief af. Hoe mooi is dat? En een ander lied, ‘Go slow’, gaat over hoe kwetsbaar je bent als je na het verliezen van je partner een nieuwe liefde begint: I may look in one piece / but the glue hasn’t dried / I may seem whole to you / but it still hurts inside / Go, go slow baby.’

Improviseren jullie straks op het toneel ook nog, of ligt dan alles al vast?
Rutjes: ‘Veel ligt vast, maar geen enkele voorstelling is hetzelfde. We spelen maar met z’n tweeën, dus we kunnen ons alles permitteren qua improvisatie. Als we iets anders willen doen ter plekke, dan kan dat. Ik speel verschillende instrumenten, maar de akoestische gitaar is de basis, die heeft veel draagkracht in de sound en een groot palet aan klankkleur en dynamiek.’

Welk verhaal krijgt het publiek mee bij de voorstelling?
Jansen: ‘Ach, een verhaal? Natuurlijk ga ik ook weer van alles vertellen, maar de muziek is het belangrijkste. Muziek is troost voor de pijn van het leven. Het laat je zien hoe je keer op keer struikelt en dat iedereen dat doet. Juist dat verbindende gevoel, dat iederéén worstelt, geeft geluk. Iemand zei ooit dat ik als het ware een banner boven mijn hoofd heb hangen met daarop: ‘Het komt allemaal goed’. Haha, maar ja, dat is wél de troost die ik wil brengen en de troost die muziek mij ook geeft. En als het goed is gaan de songs niet meer alleen over mij, maar over iets universeels. Dan gaat het over jouw en mijn verdriet en over het leven en de liefde en dat we tussen het struikelen door ook telkens weer oplossingen vinden. Heel hoopvol dus.’

De speellijst van de voorstelling Uitgekleed – Jansen zingt Jansen, vind je hier.
Het album Uncovered komt uit op 17 januari 2020.
Tekst en muziek: Leoni Jansen, Erik Rutjes, Jeroen Kramer. Gastmuzikanten op het album: Carel Kraayenhof (bandoneon) en Jeroen van Veen (piano). Producer: Benjamin Rheinländer.