Tja, daar zit ze dan. Aan de rand van de Veluwe in een houten huisje met een koekoeksklok en een kind. De wereld staat in brand. Het nest ligt aan flarden. Dan maar een moestuin. Zelfs de tomatenplant knakt.
Hoe verder?
In Louter staat Nathalie op blote voeten onder het maanlicht, klaar om te gaan. Ze ramt op het traporgel. Doet in haar eentje een complete klompendans. Ze buldert haar zaligheid de zaal in. Het gaat over hem, over haar, over ons. ‘Nederlanders zijn geen helden in de grootse emoties.’
Van pimpelmezen en potloodventers tot Poetin en een psychiater.
Met Louter weet je het nooit zeker. En met Nathalie al helemaal niet. Ze is bloedeigen en schaamrood eerlijk. Dus kom maar achterom.